De voordelen van hardlopen op de atletiekbaan
‘On your mark, get set, go!’ De woorden die worden gesproken om een wedstrijd op een atletiekbaan in gang te zetten. De atletiekbaan is voor de meeste hardlopers een beetje beangstigend. De meesten komen er dan ook liever niet onder het mom van ‘daar lopen toch alleen de hele snelle atleten voor de korte afstanden’. Toch zou iedere hardloper die sneller wil worden regelmatig op de baan moeten trainen. Het heeft namelijk een paar voordelen vergeleken met lopen op de weg.
Atletiekbaan van bovenaf (Groningen Atletiek)
De atletiekbaan is een 400m lange ovaal bestaande uit zes of acht afzonderlijke banen voor de atleten. Op de atletiekbaan worden over het algemeen wedstrijden gehouden van 100 meter tot aan 5 of 10 kilometer. Kortere afstanden dus. Dus zou je zeggen daar heb je niks aan als je traint voor bijvoorbeeld een halve marathon of marathon. Hartstikke saai om dan rondje na rondje over zo’n baan te rennen. Toch raad ik iedereen aan om regelmatig een baantraining in te plannen omdat het een aantal voordelen heeft voor de serieuze hardloper ten opzichte van trainen op de weg:
1. Er loopt niemand in de weg
Hardlopen kan overal. Lekker het bos in of een stukje door de stad. Je komt ergens en bent lekker fysiek bezig. Toch is het soms irritant dat als je net bezig bent met een serieuze training je weer moet stoppen voor een stoplicht of een auto die voorrang heeft. Op de atletiekbaan heb je daar geen last van. Iedereen loopt dezelfde kant op (tegen de klok in) en over het algemeen is het rustig op de baan. Ideaal om ongestoord je training af te werken volgens ‘het boekje’.
2. De baan is precies 400 meter
Als je loopt in baan 1 (de binnenbaan) is een atletiekbaan precies 400 meter en geen centimeter meer of minder. Dat maakt ‘m heel geschikt voor een intervaltraining. Staat er op je schema dat je 8 x 400m of 5 x 1000m moet lopen? Op naar de baan! Geen betere plek om iedere serie precieze de juiste afstand te lopen. Daarnaast kun je door te bepalen hoeveel seconden je per 200 meter moet lopen iedere halve ronde checken of je op de goede snelheid loopt. Ideaal!
3. Je kunt je techniek oefenen
Looptechniek is een belangrijk onderdeel. Door de juiste houding en afzet win je veel op snelheid en slaat de vermoeidheid later toe. Op de baan kun je je techniek goed oefenen. Geen idee wat de juiste techniek is? Vraag het eens aan een trainer die er rondloopt of aan een van de snelheidsduivels die vaak op de baan te vinden zijn. Ze willen je vast graag helpen.
4. Je kunt heel hard lopen
Om sneller te worden ben ik van mening dat je vooral veel intervaltrainingen moet doen. Tijdens die intervals ga je even echt hard (vaak sneller dan je beoogde wedstrijdsnelheid). Daarmee geef je je lichaam de prikkel om te wennen aan een hogere snelheid.
Long, slow distance produces long, slow runners (Sebastian Coe)
De baan is uitermate goed geschikt om die snelle intervals te doen. De ondergrond van de baan heeft een licht verend vermogen, is volledig vlak en zoals gezegd loopt er niemand in de weg. Niets houdt je dus tegen om korte stukken even heel hard te lopen.
Van de atletiekbaan word je dus gewoon sneller. Af en toe even ‘knallen’ op de baan is lekker. Een korte training, lekker intensief en de volgende dag weer wat rustiger aan op de weg om te werken aan je duurvermogen. Dus wil jij je verbeteren en een nieuwe toptijd lopen? Ga dan eens trainen op de atletiekbaan 🙂
Zoek je geschikte trainingen voor op de baan? Ik heb genoeg suggesties, dus stuur me gerust een berichtje of laat hieronder een reactie achter.
Of volg me via: Follow
Kun je voor een interval pyramide training 200-400-600-800-1000-800-600-400-200 ook eerst nog een 1000m ins & outs 100m snel en 10m dribbel lopen? Of is dit af te raden?
Dit kan natuurlijk. De vraag is wat je er mee wil bereiken? De pyramide-training die je beschrijft is een mooie variant om snelheidswerk in te verpakken. Een training met ins & outs is bedoeld om te oefenen met herstel tijdens het lopen (of te wennen aan een hogere snelheid). Je hebt daar dus meer aan als je al enigszins vermoeid bent. Kortom, als je dit wil combineren met die pyramide zou ik ‘m er na doen.
Dag Sven, leuk stuk en helemaal mee eens. Sinds een aantal jaren heb ik het hardloopvirus ook te pakken. Sinds ik wat serieuzer op de baan train (inclusief loopscholing) ben ik veel sneller geworden (lees 12 minuten sneller op de 10 km!). En er zit nog wel meer in ;). Ook vind ik het erg gezellig en motiverend om met anderen fanatiek op de baan te trainen. In m’n eentje haak ik toch wat eerder af. Dan denk ik: ach die laatste meters. Terwijl anderen op de baan me er nét even doorheen slepen. Maar nu het dilemma: helaas heb ik door dat fanatieke trainen, met name 100 en 200 meters, shin splints gekregen. Het is begonnen in de winter van 2020, in de lente heb ik weer rustig opgebouwd en daarna ben ik weer op de baan gaan trainen maar helaas is de blessure nu terug (sterker nog….aan beide benen….aiiii). Voorlopig zitten baantrainingen er dus niet in. Misschien over een aantal maanden, als ik pijnvrij opgebouwd heb, beginnen met 1 keer per maand op de baan lopen en daarna max. 2 keer per maand i.p.v. elke week? Wat zou jij doen? Het zou toch super jammer zijn als ik niet van die scheenklachten af kom!
Ha Flower, gaaf dat je zo verknocht bent aan het hardlopen. Dan is het extra balen dat je last hebt van je schenen. Ik ben geen fysiotherapeut, maar de oorzaak van shin splints (en bv. ook runnersknie) is vaak een gebrek aan kracht en mobiliteit in de rest van lijf. Dat gaat dan met name om billen, heupen, bovenbenen. Deze moeten jou lichaam in balans houden. Als dat niet voldoende lukt ga je overbelasten en ontstaan dus die vervelende pijntjes. Kortom, ik zou investeren in kracht/stabiliteit/mobiliteit. Daarnaast even je schoeisel laten checken en het rustig weer opbouwen.